OPMERKING
Toen ik vanmorgen hierheen wandelde dacht ik: wat zijn wij mensen toch eigenlijk vreemde gasten. Ik ben een redelijke doorsnee-burger, zonder veel capsones. Maar vraag me niet naar wat ik ben, dat wil zeggen, naar hoe ik als totaliteit in elkaar zit of naar de bedoeling of aard van dit bestaan, want dan sta ik met de mond vol tanden.
ANTWOORD
Ja, dat zal voor meer mensen gelden, denk ik. Je komt naar zo’n plek als deze uit interesse, uit behoefte aan verheldering of verandering omdat je ruimte voelt om te leren, te groeien. En daarnaast spelen er waarschijnlijk ook subtielere, meer existentiële motieven van onafheid of pijn of onrust.
Dit zijn precies de twee menselijke bestaansaspecten die op de achtergrond voortdurend meespelen, zelfs tot in de meest dagelijkse details, namelijk de steeds wisselende innerlijke en uiterlijke condities (in het Sanskriet: karma) waar we maar geen greep op krijgen, en het potentieel van menselijke vervulling (in het Sanskriet: dharma) waarnaar we verlangen en dat we ergens aanwezig weten.
Het eerste aspect verwijst naar ‘de persoon’ die we zijn, met alle maakbaarheid, functionaliteit, kleur en kenmerken; dit is het terrein van oorzaak en gevolg waarmee we te maken hebben, het mechanisme dat ons voortdurend verplicht tot actie, tot waakzaamheid, veranderingen aangaan, afwegingen maken, etcetera.
Het tweede aspect verwijst naar de aard van het leven zelf dat we tegelijkertijd ook zijn, dus naar de intrinsieke aard van menszijn, bijvoorbeeld de werking van onze geest en de krachten van liefde en sterfelijkheid. Ik noem dit graag ‘de mens’ die we zijn.
VRAAG
Wat, als de uitleg hiervan te snel gaat of te moeilijk klinkt?
A.
Oh, ik ben blij dat je dit inbrengt. Om te beginnen: ik zie jou, en jij ziet mij – laten we elkaar alle ruimte geven voor het delen en uitwisselen van beleving.
Ik wil niet dat iemand zich ongezien voelt hier of uitgesloten of genegeerd wordt. Ik ga mijn best doen rustig en eenvoudig te spreken, zonder overbodigheden, en van hart tot hart. Dan nodig ik ieder van jullie uit moedig te signaleren waar iets begint te haperen of niet langer goed voelt. Wees in dat geval zo vrij dit te laten weten, alsjeblieft.
Het is daarnaast natuurlijk wel belangrijk te beseffen wat de bedoeling is van dit soort overleg: ieder van ons wil er beter van worden, met andere woorden, we willen deze leergelegenheid goed benutten. En om dit te laten slagen zijn er twee factoren nodig: je neemt jezelf serieus in de wens je te laten informeren, en je gaat uit van een integere intentie en juiste vermogens van degene die jou informeert.
Wat de verdere opzet betreft: ik wil deze hartspelgrimage graag beginnen met het verhelderen van het thema ‘de ander’ of ‘de anderen’ of ook ‘het andere.’
Welke plaats en welke betekenis geven we daaraan?
Welke rol en welk gezag krijgt dit aspect in onze beleving – en waarom?
Daarna nemen we dan de gelegenheid om te kijken naar ‘de tijd’ en tenslotte naar ‘het lichaam’ als kernaspecten van menszijn en van onze identiteit.
V.1.
Ik zou heel graag meer willen begrijpen over de dood.
V.2.
En ik juist over levenskracht en geboorte.
A.
Beide onderwerpen komen gaandeweg aan de orde.
Zodra we ‘de tijd’ doorlopen hebben, wacht ons het laatste aspect van menszijn, ‘het lichaam’. We zijn dan hopelijk voldoende toegerust om dit wonderlijke en feitelijk transcendente aspect van ons leven op de juiste manier te leren begrijpen.